>> archief << home | terug naar sitemap
Meer overwinterende ooievaars dan ooit!Het was een telweekend zoals er
nog niet eerder geweest is. Het was voor mens en
ooievaar buiten goed toeven. Meer melders dan ooit zijn er op
uit getrokken en hebben waargenomen ooievaars
doorgegeven. Het zachte weer zorgde voor een grote spreiding en veel enthousiaste melders vanuit alle provincies. Relatief veel ooievaars verbleven in de omgeving van het nest. Op het kaartje hieronder ziet u de spreiding over het land. Het is weergegeven in blokken van 5 x 5 kilometer. De donkerste rode blokken geven de grootste concentraties aan.
Sommige ooievaars zijn heel vaak gemeld. Dat geldt voor
de drie ooievaars in het gebied langs de N414 en ook voor
een groep ooievaars in het gebied tussen Wageningen, Rhenen en Veenendaal.
Bijzonder gezelschapIn één van de groepen ooievaars zat een roze pelikaan (De Schiphorst). In een andere groep verkeerden zeven ooievaars in gezelschap van een jufferkraanvogel (Waardenburg).
Wordt vervolgd ... |
Trekvogel of niet? Van oudsher wordt de ooievaar beschouwd als trekvogel. Het is een vogelsoort die buiten de broedtijd het broedgebied verlaat, omdat voedseltekort dreigt. Het stapelvoedsel voor ooievaars bestaat uit regenwormen. Daarnaast staan insecten, slakken en soms muizen en mollen op het menu. In de winter, wanneer de bodem bevroren is, zijn deze prooien onbereikbaar. Toch zien we in de winter ooievaars in ons land. Hoe overleven zij? Is er iets veranderd? Telling Om hier meer inzicht in te krijgen, organiseert STORK jaarlijks in januari een wintertelling. We proberen in beeld te brengen hoeveel ooievaars er overwinteren in eigen land, waar ze zich ophouden en wie het zijn. Teruglezend in oude informatie kom je tot de ontdekking dat ook in de periode van vóór het herintroductieproject er ooievaars in eigen land overwinterden. Er zijn toen geen tellingen uitgevoerd om vast te stellen hoeveel ooievaars dat waren. Die telling voeren we nu wel al zo’n twintig jaar uit. In combinatie met het ringonderzoek, heeft dat heel interessante informatie opgeleverd over het trekgedrag van de ooievaar. > Lees meer hierover in 'Ooievaars op trek ... of niet?' |
De voorgaande jaren
Tijdens de wintertelling van 2018 werden 650 ooievaars gezien. In 2019 was het aantal met 547 weer lager. Hieronder een overzichtje van de laatste 10 jaar:
2010 | 497 |
2011 | 592 |
2012 | 653 |
2013 | 579 |
2014 | 523 |
2015 | 668 |
2016 | 750 |
2017 | 553 |
2018 | 650 |
2019 | 547 |
2020 | 996 |
![]() |
Overwinterende
ooievaar in Sleen (Dr)
13 januari 2018 Foto: Bennie Bergman |
Belangstelling voor de telling van de media
> De wintertelling in het nieuws
"Deze bijzondere vogels die in het antieke Rome nestelden op de kroonlijsten van tempels werden al bezongen door de klassieke schrijvers als brengers van geluk. Ik las over ooievaars in kinderboeken, zag ze op geboortekaartjes maar in het echt zag ik ze helaas niet. In mijn kindertijd leefde er dan ook nog maar één ooievaarspaar in Nederland.
Maar dat is
nu anders. Vlakbij mijn moeder in Amersfoort zag ik ze kalm en elegant door de weiden stappen. En dit spektakel is op veel andere plekken te zien. Hoeveel het er zijn, dat weten we niet.
Help mee met de door Stork georganiseerde wintertelling. Door tellen vergaren we kennis en die kan worden ingezet om nog meer van die geluksbrengers zich thuis te laten voelen in Nederland".
Rosita Steenbeek
Rosita Steenbeek is een Nederlandse schrijfster. Na haar jeugd in Amersfoort te hebben doorgebracht, woont ze tegenwoordig in Rome.
Ooievaars
in de lift
radioreportage met Arda van der Lee
en Dick Jonkers
Foto: Lisanne de Vries,
eervolle vermelding
STORK-fotowedstrijd 2013